Vanaf de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw hebben kunststoffen een enorme opmars gemaakt als basismateriaal voor toepassingen in de industrie, bouw, reclame en de consumentensector. Sinds haar oprichting in 1954 heeft Vink Kunststoffen in Nederland een belangrijke rol in deze ontwikkeling gespeeld.
Een belangrijke reden voor het succes van kunststoffen zijn de vele kunststofsoorten die er, in de loop van de tijd, zijn ontwikkeld. Iedere kunststofsoort heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen, waardoor deze materiaalgroep voor praktisch alle toepassingsgebieden een oplossing kan bieden. Zo zijn de meeste kunststoffen licht van gewicht en goed te bewerken. Hier heeft de automobielindustrie enorm van geprofiteerd. Wanneer je een willekeurige auto van tegenwoordig vergelijkt met een wagen van zestig jaar terug dan zie je een wereld van verschil. Zestig jaar geleden werd nog maar weinig kunststof in een auto verwerkt. Tegenwoordig bestaan zowel de motor als het interieur grotendeels uit kunststof onderdelen. Hierdoor heeft er een grote gewichtsbesparing plaatsgevonden, wat geresulteerd heeft in enorme besparingen op het gebied van brandstofgebruik. Dit is maar één voorbeeld van een kunststof toepassing. Zowel in het bedrijfsleven als bij consumenten thuis is kunststof niet meer weg te denken. Onderdelen van machines, leidingsystemen ten behoeve van het transport van gassen en chemicaliën, buitenreclames, displays en doorzichtige overkappingen zijn zomaar een paar voorbeelden van kunststof toepassingen.
Bij het toepassen van kunststof is het belangrijk dat eventueel restafval op een verantwoorde wijze wordt gerecycled. Als marktleider heeft Vink hierin het voortouw genomen en een recycleprogramma ontwikkeld onder de naam ReVink. Het ReVink programma staat voor een kunststof inzamelingsproces waarbij afnemers hun kunststof restafval weer in kunnen leveren. Het doel van het recycleprogramma is dat kunststof restmateriaal wordt gerecycled naar nieuwe kunststof halffabrikaten. Zo wordt de afvalstroom verminderd en wordt er bovendien een bijdrage geleverd aan het voorkomen van toekomstige tekorten, want grondstofbronnen zijn nu eenmaal niet onuitputtelijk.